Criminelen krijgen meer grip op amateurclubs
Criminelen zouden bij vijf amateurclubs in Brabant en Zeeland een rol spelen op het gebied van witwassen, drugshandel of zwart geld. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van de Taskforce Zeeland-Brabant, een samenwerkingsverband van overheidsdiensten in de strijd tegen de georganiseerde misdaad.
De taskforce houdt zich bezig met de bestrijding van georganiseerde misdaad in het zuiden van Nederland en heeft onderzoek laten doen naar de top van de amateurvoetbalclubs in die regio. Eerder publiceerde de BAV al een groot artikel met Jeroen van den Broek en Tymen van Vooren van de Taskforce. Zij vertellen hoe amateurclubs kunnen zien of ze te maken hebben met crimineel geld en hoe zij kunnen handelen.
Van de twaalf verenigingen die wilden meewerken aan het onderzoek, denken er vijf te maken hebben met ‘criminele inmenging’. Meestal gaat het om foute sponsors, vertelt hoogleraar criminologie Toine Spapens aan de NOS. ‘Verenigingen die het financieel moeilijk hebben, worden benaderd door mensen met een dubieuze achtergrond of door regelrechte criminelen, die geld in de club willen steken.’
De onderzoekers valt op dat bestuurders van amateurclubs bezorgd zijn over mogelijke inmenging van criminelen, maar dat het onderwerp tegelijkertijd nauwelijks besproken wordt in de bestuurskamer.
Het onderzoek, dat later dit jaar wordt gepubliceerd, is een vervolg op een rapport van vorig jaar over ‘criminele weldoeners’. Daaruit bleek dat in een op de drie gemeenten een criminele suikeroom actief is, vaak in de sportwereld. ‘Je kunt je daar profileren als een respectabel lid van de maatschappij’, verklaart hoogleraar Spapens. Criminelen trekken hun portemonnee, in ruil voor aanzien, invloed en informele contacten met lokale ondernemers.
Het onderzoek moet nog worden afgerond, harde conclusies kunnen nog niet getrokken worden. Wel valt het volgens de onderzoekers op dat bestuurders van amateurclubs bezorgd zijn over mogelijke inmenging van criminelen, maar dat het onderwerp tegelijkertijd nauwelijks besproken wordt in de bestuurskamer. Bij vijf clubs geven de bestuurders aan dat ze zelf vermoedens hebben gehad van criminelen die invloed wilden uitoefenen binnen hun vereniging.