HVV Laakkwartier amateurclub van het jaar
H.V.V. Laakkwartier is een voorbeeld voor veel amateurclubs die een sterkere sociale functie in de wijk willen hebben. De Haagse volksvereniging is voor hun maatschappelijke projecten uitgeroepen tot Amateurclub van het Jaar. ‘We zijn onbewust therapeutisch bezig.’
Samen met HWD Overschie uit Rotterdam en RKSV Mulo uit Helmond was H.V.V. Laakkwartier dit jaar genomineerd voor de ‘Meer dan voetbal-Award’, een prijs die zij ook in de wacht wisten te slepen. Het juryrapport zegt over de Haagse voetbalclub:
‘Voetbalvereniging Laakkwartier heeft sinds de ingebruikname van het huidige complex (1937) een centrale sportieve en sociale rol vervuld in de gelijknamige wijk. Om dit nog meer te versterken, zijn er samenwerkingen aangegaan met diverse organisaties om de sociale wijkfunctie te benadrukken. H.V.V. Laakkwartier is ‘het buurthuis van de toekomst’. Met dit concept voor ogen zetten wijkberaad en voetbalvereniging zich in om met veel organisaties in de wijk contacten te leggen en te verdiepen om zo elkaar te kunnen versterken.’
Hoe verguld de bestuursleden Ron Jansen, Frans de Canne en Bram Poons ook zijn met de nominatie (‘Het is toch een bekroning voor het werk dan we doen’) ze hebben zich niet extra ingespannen om voor deze Award in aanmerking te komen. Bram Poons: ‘We zijn al zeventig jaar bezig onze maatschappelijke functie als voetbalclub binnen deze wijk uit te voeren. En daar zullen we de komende jaren ook mee doorgaan.’
H.V.V. Laakkwartier (700 leden) is sinds het in 1937 aan de Janssoniusstraat neerstreek meerdere malen onderscheiden voor zijn sociaal-maatschappelijke activiteiten die er voor bewoners van deze achterstandswijk worden ontplooid. Niet voor niets dat aan de ingang van het kleine sportpark, dat omgeven is door woningbouw en dus Engels aandoet, een bord prijkt met: Buurthuis van de toekomst.
Wie zich wil vergewissen van de sociale functie van de club moet op zaterdag- en zondagmiddag even wachten tot de wedstrijden van de club zijn afgelopen. Het laatste fluitsignaal heeft nog niet geklonken of zo’n vijftig buurtgenoten van Oost-Europese origine (veelal Polen en Bulgaren) bestormen de velden om er hun eigen wedstrijden te spelen. Jansen, die samen met Frans de Canne de functie van voorzitter/penningmeester vervult, ziet het met een licht genoegen aan. ‘We laten ze hun gang gaan. Het gaat om bewoners uit deze wijk, die zich even kunnen uitleven. Beter dat ze op ons veld lopen, dan andere, verkeerde dingen doen.’ Poons lachend: ‘Ze houden zelfs interlands.’
‘Vroeger was de kerk de plek van samenkomst voor een uitvaart. Nu er een enorme leegloop in de kerken valt te constateren kunnen clubaccommodaties die rol overnemen. We krijgen daartoe ook verzoeken. Veel oud-leden brengen bij de voetbalvereniging een groot deel van hun leven door. Zij geven aan hun uitvaart het liefst vanaf het sportcomplex te houden.’
De ambities om Buurthuis van de Toekomst te worden krijgen bij H.V.V. Laakkwartier steeds meer gestalte. Ook al doordat gemeenten bezuinigen op de wijkcentra. Binnenkort wordt de huidige accommodatie van de voetbalvereniging flink verbouwd. Over een jaar beschikt de club over meer ruimtes, waarin wijkactiviteiten worden uitgebreid of nieuw worden aangeboden. Frans de Canne: ‘Nu al wordt op ons sportpark van alles georganiseerd. Een advocaat houdt er wekelijks spreekuur. Bewoners, die problemen hebben met de gemeente of andere instanties, kunnen er terecht. Stichting Florence, dat thuiszorg, verpleeghuiszorg en jeugdgezondheidszorg biedt, is eveneens elke week beschikbaar voor de wijkbewoners. Er is zelfs mediation voor buurtgeschillen. De wijkagent en de brandweer geven er voorlichting. Het liefst groeien we uit tot het centrale punt voor Laakkwartierders. Maar we organiseren niet alle activiteiten zelf. We faciliteren.’ Ron Jansen: ‘We zijn onbewust therapeutisch bezig. Dat helpt bij het binnenhalen van sponsors. Die trek je eerder over de streepje als je je sociaal-maatschappelijke paspoort kan overleggen.’
Na de verbouwing komen er ruimte voor fitness, vergaderingen en er ligt zelfs een draaiboek klaar voor clubuitvaarten. ‘Vroeger was de kerk de plek van samenkomst voor een uitvaart. Nu er een enorme leegloop in de kerken valt te constateren kunnen clubaccommodaties die rol overnemen. We krijgen daartoe ook verzoeken. Veel oud-leden brengen bij de voetbalvereniging een groot deel van hun leven door. Zij geven aan hun uitvaart het liefst vanaf het sportcomplex te houden.’
‘Maar’ , waarschuwt Frans de Canne, ‘we moeten niet vergeten dat we in eerste instantie een voetbalclub zijn. Onlangs hadden we oud-volleybalcoach Joop Alberda op bezoek. “Verlies je eigen roots niet”, waarschuwde hij ons. Hij heeft gelijk. We spreken ook niet van een wijkgebouw, maar van een clubgebouw. Voetbal blijft op de eerste plaats staan.’
Als bewijs hangt in de kantine een prachtige foto van het oefenduel dat Premier League-club Swansea met nieuwe aanwinst Wilfried Bony (ex-Vitesse) deze zomer op het sportpark van Laakkwartier speelde. Rijen dik stonden de toeschouwers om het veld. ‘En weet je wat het allerleukste was’, gniffelt Bram Poons. ‘Zo’n tien jaar geleden hadden we voor deze wedstrijd enkele pelotons ME nodig. Nu stonden er, bij wijze van spreken, twee veldwachters. Met de handen op de rug.’
Jaarlijks speelt ADO Den Haag er in zijn voorbereiding voor het nieuwe voetbalseizoen oefenduels. Laakkwartier herbergt al jarenlang veel fanatieke ADO-fans. Iconen Aad Mansveld en Lex Schoenmaker waren ooit trainer bij de club.
‘Ging de afgelopen jaren een bekende met de VUT, stonden we de volgende dag op de stoep. Of we even mochten praten. Tegenwoordig krijgen we een seintje als iemand is ontslagen. We bieden de getroffene ondersteuning, maar in ruil hoop je dan toch dat ze wat voor de vereniging gaan doen.’
De clubleden lijken een weerspiegeling van de bewoners samenstelling van Laakkwartier. Tachtig procent van de jeugdleden van de Haagse zondag derdeklasser is allochtoon. Voor de senioren geldt het omgekeerde: twintig procent heeft een buitenlands paspoort. Problemen om vrijwilligers te vinden levert het niet op. De Canne: ‘Natuurlijk kom je altijd tekort, maar we mogen niet klagen. Wil je als vereniging overleven moet je zorgen dat de kwaliteit van het bestuur op orde is. Tegenwoordig komen zoveel zaken op een club af, dat je voldoende expertise nodig hebt.’ Poons: ‘Een voetbalclub is vandaag de dag een bedrijf, dat als zodanig moet worden geleid. Ik overdrijf niet als ik zeg dat de onze tot de best geleide uit de regio behoort.’
Waar de club zich wel zorgen over maakt is hoe ze medewerkers en bestuursleden in de toekomst moeten aantrekken. Jansen: ‘Ging de afgelopen jaren een bekende met de VUT, stonden we de volgende dag op de stoep. Of we even mochten praten. Tegenwoordig krijgen we een seintje als iemand is ontslagen. We bieden de getroffene ondersteuning, maar in ruil hoop je dan toch dat ze wat voor de vereniging gaan doen. Straks houdt het arbeidsproces op je 70e pas op. Heb je daarna nog wel zin als medewerker of bestuurslid aan de slag te gaan? Ik voorzie dat dit een van de grote uitdagingen wordt voor de verenigingen.’