NOC*NSF wil steunpakket van 150 miljoen euro voor sportverenigingen
NOC*NSF vraagt minister van Sport Martin van Rijn om een stevig pakket aan noodmaatregelen voor sportverenigingen. Met een pakket ter waarde van 150 miljoen zou de sport op het lokale niveau voor deze maanden zeer geholpen zijn waardoor sportverenigingen in staat blijven hun belangrijke maatschappelijke rol ook in de toekomst te blijven vervullen.
Het pakket dient gericht te zijn op het compenseren van de accommodatie- en andere vaste lasten van sportverenigingen gedurende deze eerste maanden van de crisis. Tegenover die vaste lasten staat een grote inkomstenderving waardoor er een zware wissel wordt getrokken op het incasseringsvermogen van sportverenigingen, schrijft NOC*NSF op zijn website.
Anneke van Zanen-Nieberg, voorzitter NOC*NSF: ‘Nederland kent een unieke infrastructuur van sportverenigingen en andere sportaanbieders. Vele vrijwilligers en een beperkt aantal professionals zorgen samen voor een efficiënt en breed gedragen netwerk van ongeveer 25.000 verenigingen die sport tot in de haarvaten van de samenleving brengen.’
‘We kunnen het ons als maatschappij niet veroorloven dat sportverenigingen zouden verdwijnen, juist nu het belang van sport en bewegen voor onze gezondheid zo evident is gebleken.’
‘En dit netwerk staat nu zwaar onder druk omdat belangrijke inkomsten, zoals kantineopbrengsten en deelnamegelden wegvallen en hoge vaste lasten zoals de kosten van de accommodaties in de vorm van huur, kapitaalslasten en onderhoud tegelijkertijd doorlopen. We kunnen het ons als maatschappij niet veroorloven dat hierdoor sportverenigingen zouden verdwijnen, juist nu het belang van sport en bewegen voor onze gezondheid zo evident is gebleken.’
Specifieke omstandigheden
De huidige brede regelingen van het kabinet zoals de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS), de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO), helpen zeker ook in de sport. Ze zijn echter in een flink aantal gevallen onvoldoende gericht op de specifieke omstandigheden van de sport.
Regionale sportservice bureaus
Zo ‘verlonen’ veel sportverenigingen bijvoorbeeld hun medewerkers niet zelf, maar gebeurt dat veelal via regionale sportservice bureaus. De verenigingen betalen dan wel de personeelskosten maar zijn formeel, volgens het loonheffingsnummer, niet de werkgever waardoor zij niet voor de NOW in aanmerking komen en geen loonkostenreductie ontvangen. Voor TOGS en TOZO gelden vergelijkbare problemen.
Lees hier de brief van NOC*NSF.