Publicaties
Agnes Elling onderzoekt homofobie bij sportclubs
Onderzoeker Agnes Elling.

Onderzoek: Hoe gaat het nu echt met homofobie in het voetbal?

Volgens nieuw onderzoek is er binnen Nederlandse sportverenigingen in het algemeen een positieve houding ten opzichte van homoseksualiteit. Er is nog wel één grote uitzondering: de voetbalclub. De helft van de voetbalverenigingen geeft aan dat homo-negativiteit voorkomt, bij andere verenigingen is dit 16 procent.

Voordat er ophef ontstond na homo-negatieve opmerkingen van Johan Derksen in het tv-programma Veronica Inside ligt er een nieuw rapport over seksuele diversiteit in de breedtesport, gemaakt door het Mulier Instituut in opdracht van NOC*NSF, die de afgelopen jaren penvoerder was van de Alliantie Gelijkspelen, gericht op verbetering van homo-acceptatie inde sport. De uitkomsten daarvan zijn tweeledig. Aan de ene kant gaat het de goede kant op voor wie kijkt naar álle sportverenigingen in Nederland, aan de andere kant blijft er één groep ver achter bij de rest: de voetbalclub.
Onderzoeker Agnes Elling (foto) geeft duiding aan de analytische gegevens die zij verzamelde en gaat dieper in op de voetbalvereniging waarvan de helft nog steeds zegt dat er homo-negativiteit voorkomt. Hoe ernstig is het en vooral: wat kunnen we doen om de voetbalclub een veiligere plek te maken voor homo’s?

‘Ik kan me voorstellen dat de positie van de trainer heel belangrijk is. Ga als bestuur eens met hen praten.’

Aan de ene kant zegt een grote meerderheid van sportverenigingen geen enkel probleem te hebben met homoseksuele medesporters, maar bij de voetbalvereniging zegt juist 50 procent dat er bij hen homo-negativiteit heerst. Wat zijn hier de redenen van?
‘In de laatste jaren zien we dat het oude beeld van homofobie in het voetbal niet meer klopt. Uit de cijfers concluderen we wél dat in de voetbalwereld aan de ene kant wordt gezegd dat het niet uitmaakt of iemand homo is, maar aan de andere kant óók wordt geroepen dat ze er niet zo moeilijk over moeten doen. Er is een omgangscultuur op de voetbalclub waar homo en mietje geen scheldwoorden zijn. Je kunt dan natuurlijk zeggen: ach, het is maar een grapje, maar het gebruik van die woorden zorgt niet voor een veilig sportklimaat.
In het mannenvoetbal is het ingewikkeld. Er is wel iets ten goede veranderd – net als in de samenleving – maar voetbal is tegelijkertijd ook een prettige plek voor hetero-mannen om in afwezigheid van homo’s grapjes te maken. De wereld wordt voor hen al moeilijker, omdat er steeds minder mag. Dan is de omgeving van het eigen voetbalteam een fijne plek om nog wél dit soort grappen te maken. In de cijfers zie je duidelijk dat mensen geen hekel aan homo’s hebben, maar dat het klimaat dat er heerst nauwelijks verandert. Al jaren niet. Het is een soort van symbolische uitsluiting van homo’s op de voetbalclub.’

Wat zou je daartegen kunnen doen als bestuurder of als voetbalbond?
‘De John Blankenstein Foundation – de nieuwe penvoerder van de Alliantie Gelijkspelen 4.0 – doet goed werk. Die probeert dit onderwerp op de agenda te zetten en te houden. Het is belangrijk om de focus ook heel scherp op  voetbalclubs te blijven richten. De KNVB heeft jaren geleden zelf een actieplan over tolerantie in het voetbal opgestart. Dat werd groots gelanceerd, bijvoorbeeld met een boot op de Amsterdam Gay Pride. Dat was naar mijn idee wel een beetje windowdressing, zo van: kijk eens hoe tolerant we zijn. Maar daarna ebde het thema al snel weg van de agenda, hoewel ze wel samenwerken met de John Blankenstein Foundation. Van KNVB-voorzitter Michael van Praag weet ik dat hij het onderwerp belangrijk vindt, maar er spelen bij een voetbalbond veel meer zaken, dit thema staat echt niet bovenaan. Afgelopen jaren was er wel veel aandacht over een veilig sportklimaat, dan had je kunnen denken: moet dit onderwerp daar niet expliciet genoemd worden?’
‘Ik snap tegelijkertijd dat het een moeilijk gespreksonderwerp is. Dat merk ik ook op lezingen, je voelt dat je er niet té expliciet over moet zijn, want dan komen mensen niet meer. Deze processen lopen in het mannenvoetbal heel langzaam, zeker als je het vergelijkt met de samenleving.’

‘Er is niet altijd een actief beleid. Ik denk dat het ook te maken heeft met de voetbalbestuurder die een beter beeld van zijn club geeft dan de werkelijkheid, niet expres maar onbewust. Het gaat in dit thema ook vaak over perceptie.’

Uit uw onderzoek blijkt ook dat mannelijke teamsporters én bestuurders van voetbalverenigingen het vaakst aangeven dat er in het afgelopen jaar aandacht was voor de acceptatie van homoseksualiteit. Dit geldt voor twee op de drie voetbalclubs tegenover één op de vijf overige verenigingen. Voetbalbestuurders zijn er dus wel mee bezig.
‘Dat is zeker positief; dat de boodschap op de juist plek terecht komt. Je moet je tegelijkertijd wel afvragen wat dat precies inhoudt. Betekent het dat je een tegeltje aan de muur hebt waarop staat dat je tegen discriminatie bent? Er is niet altijd een actief beleid. Ik denk dat het ook te maken heeft met de voetbalbestuurder die een beter beeld van zijn club geeft dan de werkelijkheid, niet expres maar onbewust. Het gaat in dit thema ook vaak over perceptie. Iemand die de woorden homo of mietje gebruikt is niet per se homofoob. Maar voor jonge jongens die in een dergelijk klimaat worstelen met hun seksuele voorkeur is het wel moeilijk om zich veilig te voelen. Het is vaak al zó lastig voor die jongens om uit de kast te komen, zij hebben echt een veilige omgeving nodig om ‘uit de kast te komen’.’

Wat zouden voetbalbestuurders van amateurclubs specifiek kunnen doen om een veiliger klimaat te scheppen?
‘Door er op een positieve manier aandacht aan te geven. Ik kan me voorstellen dat de positie van de trainers binnen een amateurclub heel belangrijk is in dit onderwerp. Zet als bestuur de trainers bij elkaar en praat er samen gewoon over. Zorg ervoor dat zij in ieder geval niet praten over homo’s en mietjes in de context die bij voetbalclubs soms normaal zijn. Laat hen beseffen dat hun rol belangrijk is om dit probleem op te lossen.  Besef je ook als vereniging dat het vooral jonge jongens zijn die bijdragen aan en moeite hebben met een homofobische sfeer, omdat ze midden in hun seksuele ontwikkeling zitten. Die willen zich op die leeftijd bewijzen tegenover hun teamgenoten. Je ziet daar soms ook een paradox. De spelers met homoseksuele gevoelens hebben het hoogste woord tégen homo’s.’

Waar staan we over tien jaar met dit onderwerp?
‘Er zal verandering komen, alleen heeft het tijd nodig. Het zou helpen als er profvoetballers opstaan en een rol spelen in deze discussie. Ik denk écht dat ze omarmd zullen worden en de reacties overwegend positief zullen zijn. Maar ik snap ook dat het moeilijk is die stap te zetten. Daarom is het goed dit thema op de agenda te houden en het bespreekbaar te maken.’

Op de hoogte blijven van ons laatste nieuws?

Elke maand verstuurt de BAV een nieuwsbrief met het allerlaatste nieuws voor voetbalbestuurders. Zo'n 1.600 mensen hebben zich daar al voor ingeschreven. Vul uw gegevens in en ook u ontvangt ons laatste nieuws in uw mailbox.

'Wie doet de ingewikkelde wetgeving binnen uw club? Daar kan de BAV uitkomst in bieden'

'Clubs moeten eerder de juridische hulp van de BAV inschakelen'

'De positie van de BAV in het voetballandschap zal nadrukkelijker zijn dan in het verleden'

'In de totstandkoming van de nieuwe structuur van de KNVB speelt de BAV een belangrijke rol'