Opa’s en oma’s zijn de vergeten doelgroep op de voetbalclub
Ze worden ouder, fitter, rijker én zijn bereid vrijwilligerswerk te doen. Toch houdt de voetbalclub weinig rekening met opa’s en oma’s langs de lijn. Rob de Leede schreef een scriptie over het onderwerp en komt met suggesties voor de voetbalbestuurder.
In de zoektocht naar een onderwerp voor zijn scriptie stuit Rob de Leede op het verhaal van het achtjarige jongetje Billy. Het probleemkind komt voor behandeling van Attention Deficit Disorder (ADD) bij een jeugdpsychiater en vertelt tijdens de sessies over zijn speciale en waardevolle band met zijn grootouders. Waar zijn ouders zich druk maken over zijn prestaties en ontwikkeling, vinden zijn grootouders het alleen maar prettig naar hem te kijken, zónder hem te beoordelen. ‘Alles wat ik bij hen doe vinden ze prima’, vertelt Billy zijn therapeut. Billy maakt een tekening waarop hij aan het voetballen is, terwijl zijn ouders toekijken en zijn grootouders tegelijkertijd naar hem en zijn ouders omkijken. Billy vindt zijn grootouders niet oud, maar eerder waardevol en onmisbaar.
Het verhaal zet De Leede, voorheen voorlichter van de KNVB en Vitesse, op het juiste pad, hoewel hij al had bedacht een onderzoek rondom ouderdom en voetbalverenigingen te willen doen. ‘Ik kijk bij een bezoek aan sportverenigingen altijd om me heen en herken de clubmensen in één oogopslag. Zij zijn er thuis. Je kunt bijna het bloed in clubkleuren door hun aderen zien stromen. Mijn vader en mijn ex-collega Ruud Bruijnis waren twee mensen die clubbloed in de aderen hadden, maar door ouderdom, respectievelijk ziekte, niet meer in staat waren hun club regelmatig te bezoeken. Ik wilde die onmogelijkheid in het kader van mijn afstuderen nader onderzoeken.’
Ouderen hebben een kalmerend effect als ze langs het voetbalveld staan.
Tijdens een etentje vertelt De Leede het relaas van Billy aan hoogleraar en sportprofessor Maarten van Bottenburg, hij verhaalt over zijn bevindingen en hoe boeiend hij het vindt te lezen dat kinderen de aanwezigheid van grootouders bij hun sportwedstrijd kennelijk als prettiger ervaren dan de aanwezigheid van hun ouders. ‘Daar moet je iets mee doen,’ zegt de hoogleraar meteen enthousiast. ‘Er is nog weinig onderzoek naar ouderen gedaan en het is een hartstikke interessant onderwerp.’
Reacties uit Engeland en de VS
Dat blijkt. Na de afronding van zijn scriptie deelt hij op LinkedIn een verhaal over zijn onderzoek. ‘Wat ik hoopte gebeurde. In korte tijd werd het verhaal duizend keer gelezen, het werd gedeeld en er werd veel op gereageerd. Een van de eersten was een docent op de Fontys Hogeschool in Tilburg. Zijn reactie: “Eindelijk publiceert iemand erover. Ouderen, zingeving en vrijwilligers is waar het de komende jaren om draait.” Ook vanuit Engeland en Amerika komen er reacties. Vaak was er ook het besef: Oh ja, de ouderen. Daar hebben we helemaal nog niet aan gedacht.’
De algemene onderzoeksvraag in de scriptie van De Leede luidt: In hoeverre is het voor amateurvoetbalverenigingen mogelijk – in het kader van zingeving en waardecreatie – ouderen bij hun vereniging te betrekken? Bij de onderzoeksvraag staat centraal op welke wijze amateurvoetbalverenigingen waarde kunnen creëren met de ouderen en op welke wijze ouderen hun behoefte aan zingeving kunnen bevredigen bij amateurvoetbalverenigingen.
Kansen
De groep ouderen groeit snel en zal over twintig jaar zijn verdubbeld in aantal. Deze groep levert de maatschappij op het gebied van pensioenen en zorg op termijn flinke uitdagingen op, maar biedt zeker ook kansen. De ouderen zoeken invulling van hun leven die plezier en voldoening geeft. Amateurvoetbalverenigingen hebben veel te bieden op het gebied van actieve en passieve recreatie. Je kunt er voetballen, voetbal kijken en in de kantine kun je iets te eten en te drinken krijgen. De amateurvoetbalverenigingen hebben een rijk potentieel aan activiteiten, terwijl de snel groeiende groep ouderen een prettige en nuttige tijdsbesteding zoekt.
Ouderen kunnen volgens de scriptie van De Leede drie rollen vervullen bij de amateurvoetbalclub. Ten eerste een sportieve. Er bestaat een sluimerende behoefte om te voetballen, maar dan is het in de regel om met oude maten bij de voetbalclub van weleer eenmaal per week een balletje te trappen en hun op een meter bier te kunnen trakteren. Wel wordt ‘walking football’ een steeds populairdere variant van het reguliere veldvoetbal.
Percentages ouderen die vrijwilligerswerk willen doen nemen toe. Met een uitschieter bij 75+’ers.
Ten tweede is er de oudere als toekijkende grootouder. Door veranderende gezinssamenstellingen hebben opa’s en oma’s meer tijd voor hun kleinkinderen. De Leede: ‘Mijn vader komt uit een gezin met 10 kinderen, mijn moeder uit een gezin met 12. Als ik zondags een keer naar opa ging, zat hij met 25 kleinkinderen. Ik weet bijna zeker dat hij niet van alle kleinkinderen de naam wist. Misschien kende hij er vijf persoonlijk. Als je bij hem op schoot ging zitten vroeg hij: ‘Baasie gaat het goed’, en daarna kwam de volgende. ‘Baasie gaat het goed?’ Hij wist echt niet dat ik sportte en waar ik sportte. Tegenwoordig hebben opa’s en oma’s misschien twee of drie kleinkinderen. Hun band is veel intenser geworden. Er is niet de wrijving en spanning die wel bestaat tussen ouders en kinderen. De aanwezigheid van grootouders heeft volgens onderzoek ook een kalmerende werking langs de lijn.’
Volgens De Leede kunnen de opa’s en oma’s tevens een commerciële factor spelen. Kopje koffie, kroketje, patat voor het hele team van de kleinkinderen. ‘Ze zullen geen tonnen binnen halen, maar elk extra tientje is in deze tijd meegenomen voor een vereniging.’
Ten derde zijn de ouderen een vergeten doelgroep bij het binnenhalen van vrijwilligers. Volgens een Amerikaans onderzoek hebben ouderen die aan vrijwilligerswerk doen een betere gezondheid dan ouderen die geen vrijwilligerswerk doen. De percentages ouderen die aan vrijwilligerswerk doen nemen toe, met als uitschieter een percentage van 43% van de 75-plussers. Eén studie concludeert zelfs dat ouderen mét vrijwilligerswerk langer in leven blijven dan als ze bijvoorbeeld alleen bewegen.
In de scriptie van De Leede komt een opvallend percentage naar voren. Van de ouderen die zijn gevraagd vrijwilligerswerk te doen bij de voetbalclub heeft 75 procent ingestemd. De Leede: ‘Ouderen hebben een andere instelling. Ze hebben tijd, zijn redelijk welvarend, redelijk fit, willen graag waardering krijgen voor de dingen die ze doen, willen zich nuttig maken en ook nog onderdeel uitmaken van een groter geheel. Al die zaken kun je bij een voetbalvereniging vinden.’
Het staat haaks op het gedrag van de ouders van kinderen die zich steeds vaker opstellen als sportconsument. De Leede: ‘Als het even tegenvalt op de voetbalclub gaan ze wel bij een andere vereniging een kilometer verderop kijken. Misschien hoort het bij de tijd. Je ziet het ook in huwelijken. Je belooft elkaar trouw, maar die andere man of vrouw ziet er eigenlijk óók wel leuk uit. In het arbeidsproces is het precies hetzelfde. Toen ik bij de KNVB werkte, was er nog een man die vijftig jaar in dienst was. Waar maak je dat nu nog mee? Er wordt niet meer gedacht aan de baas die al die jaren goed voor je is geweest, we kijken liever ergens anders of we het nog beter kunnen krijgen. Ouderen hebben die instelling veelal niet.’
‘Verwelkom iedere opa en oma bij de club. Benoem bijvoorbeeld een Opa of Oma van de Week. Iedere grootouder wil dat graag worden. Kleinkinderen zullen dat ook leuk vinden en hun grootouders attenderen op de verkiezing.’
Om ouderen bij de amateurclub als vrijwilliger aan te trekken, moet je ze het wél vragen én ze betrekken bij de vereniging. En dat gebeurt veel te weinig. ‘Verwelkom iedere opa en oma bij de club. Benoem bijvoorbeeld een Opa of Oma van de Week. Iedere grootouder wil dat graag worden. Kleinkinderen zullen dat ook leuk vinden en hun grootouders attenderen op de verkiezing. Hang een week lang een portret van de winnaar in de kantine. Gebruik je social mediakanalen om opa en oma van de week extra in het zonnetje te zetten, zorg dat het gaat leven binnen de vereniging.’
De Leede sluit zijn scriptie af met een aantal aanbevelingen. Voor de amateurvoetbalverenigingen heeft hij een negental tips:
1. Zet het onderwerp ouderen op de agenda voor de eerstvolgende bestuursvergadering aan de hand van de bevindingen in dit onderzoek.
2. Stel een commissie in die zich met de conclusies van dit onderzoek bezighoudt. Probeer ook buiten de geijkte kaders te denken en tracht minimaal twee ouderen van buiten de vereniging in de commissie te krijgen. Een commissie van vier loyale clubouderen blijft waarschijnlijk de bekende paden bewandelen.
3. Zoek samenwerking met omliggende clubs voor de vorming van een ‘walking football’ team als binnen de eigen gelederen onvoldoende actieve oudere voetballers te vinden zijn.
4. Bevorder en initieer (sport)activiteiten voor ouderen tijdens incourante uren.
5. Maak ouderen (mede)verantwoordelijk voor het openen en sluiten van de kantine en het runnen van de bar tijdens zelfbedruipende activiteiten voor ouderen, zodat zij altijd terecht kunnen en iets kunnen gebruiken.
6. Bevorder de komst van opa’s en oma’s bij jeugdwedstrijden.
7. Stap af van de voorwaarde dat iemand clubbinding moet hebben voordat hij vrijwilliger kan worden.
8. Knip het vrijwilligerswerk op in ‘hapklare brokken’ waarvan zowel leden als niet-leden gebruik kunnen maken.
9. Werk aan het imago van de vereniging als ‘ouderenvriendelijk’ en zorg dat de deur (bijna) altijd openstaat.
Het onderzoek is volgens De Leede een startpunt. Zelf is hij door verscheidene organisaties benaderd, zoals een bedrijf in België dat bezig is om community’s op te zetten. ‘Ze vertelden me dat ze alles in hun hoofd hadden zitten, maar tot hun stomme verbazing de doelgroep van de ouderen waren vergeten. Ik ga nu een aantal uur per week voor hen aan de slag als adviseur. Zij hebben een interessante opvatting. Hoe sterker je de amateurvoetbalclub maakt hoe commercieel interessanter die wordt. Op het moment dat de vereniging krachtig is en de leden trots zijn om erbij te horen, komen er voldoende anderen om daar geld in te steken. Een club in België heeft volgens die filosofie gewerkt en dat is een groot succes geworden. Nu zitten we in een fase om dat concept breder uit te rollen. En als het in België werkt, kan dat in Nederland ook werken.’ ′
Wie contact met Rob de Leede wil opnemen over zijn scriptie kan HIER terecht. Lees hier zijn complete scriptie.